Weekboek
hoofdstuk 3
-
Ik ga de trap op. De badkamer is mijn doel.
In dit jaargetijde geef ik soms de voorkeur aan een bad in plaats van de stortregen uit de douche. Terwijl het waterniveau nog stijgt, laat ik me in het dampende water glijden. Als een op mijn lijf gegoten mantel, verspreid het een weldadige warmte. De waterstroom laat de laatste eilandjes huid één voor één verdwijnen in een zee van zeepschuim. Mijn reikende voet geeft een duw tegen de kraan. Stilte. Ik sluit mijn ogen. De lamp boven me, als de zon aan de hemel, strijkt een zweem van goud over mijn oogleden. Even is het weer zomer. Het warme water bakt mijn huid. Het voelt als de hete lucht in de oven van een hoogzomerdag.
En ik verdwijn in een landschap van gedachten. Gedachten worden woorden: water, wassen, schoonmaken, zuiveren.
Iedereen probeert zijn lichaam proper te houden. De meeste mensen proberen ook hun woning, hun tuin, hun buurt enigszins netjes te houden. Maar wat met onze innerlijke geestelijke leefwereld? Af en toe is het ook nodig eens diep in zichzelf te duiken en met een innerlijk oog eens goed rond te kijken. Soms moeten er reparaties gebeuren, moet er eens goed afgestoft worden of zelfs grote schoonmaak gehouden worden. Leidingen kunnen verstopt zitten met zwarte gedachten. Negatieve overtuigingen zoals angst, wantrouwen, haat moeten verwijderd worden. Niet door ze onder de mat te vegen of diep in een lade weg te stoppen. Wel door ze vast te nemen, kritisch te bekijken en dan met de vuilnis mee te geven. Zo komt er plaats vrij om de zaden van positieve gedachten te planten. Zaadjes die mooie planten worden en vruchten dragen.
Ik hijs me uit het water, weer schoon. Een kwestie van minuten. Die andere schoonmaak duurt langer. Ik zal beginnen met vensters te openen en het zonlicht binnen te laten zodat ik zie waar het vuil zich opgehoopt heeft. En klaar staan met de bezem.
Terug beneden merk ik dat enkele van mijn katjes zich knus geïnstalleerd hebben op hun favoriete plaatsjes, toevallig ook onze zitplaatsen. En het is de tijd van hun wasbeurt. Zij ook dus. Ze wringen zich in de gekste posities om ook de moeilijk bereikbare plaatsjes schoon te likken. En hun gedachten? Daar hoeven ze niet aan te denken, ze doen gewoon waar ze goed in zijn, niets meer, niets minder.
In de keuken is vrouwlief aan het opruimen. Stof verwijderen, overbodig geworden papieren weggooien. Weinig gebruikte objecten vliegen de deur uit. Ze snoert de vuilniszak dicht. Weg ermee. Een uiterlijke schoonmaak die, zo blijkt, ook soms de gedachten zuivert.
-